Bedienden piekeren meer dan arbeiders
Arbeiders hebben minder stress maar ook minder arbeidsvreugde
Arbeiders beleven minder plezier aan hun werk, maar ze hebben ook veel minder stress en werkdruk dan bedienden. Dat leert een recente studie van de KU Leuven.
De stelling dat er 'op de moderne werkvloer geen verschillen meer zijn tussen arbeiders en bedienden', blijkt niet te kloppen volgens een recente studie van de KU Leuven bij 32.000 werknemers. Die studie werd uitgevoerd door Hans De Witte en Guy Notelaers, respectievelijk hoogleraar en vorser arbeidspsychologie aan de KU Leuven. De Witte en Notelaers onderzochten een reeks objectieve kenmerken, zoals arbeidsinhoud (taakinhoud en -variatie), arbeidsvoorwaarden (verloning, loopbaanmogelijkheden), arbeidsomstandigheden (werkdruk) en arbeidsverhoudingen (relaties met collega's en directie). Maar daarnaast kwamen ook een reeks subjectieve kenmerken aan bod: beleving van en betrokkenheid bij het werk, arbeidstevredenheid en stresservaring.
De ondervraagden gaven scores op een vierpuntenschaal, van 0 (nooit) tot 3 (altijd). De resultaten tonen grote verschillen aan tussen de beroepsgroepen.
Zo geven arbeiders een lagere score op vragen naar werkdruk (1,37) en emotionele werkbelasting (0,67) dan kaderleden (1,58 en 1,14). Bij arbeiders gaat het vooral om lichamelijke belasting (1,25), veel meer dan bij ambtenaren (0,76) en kaderleden (0,56). De werkbelasting van arbeiders is dus niet hoger maar anders.
De recente stakingen tegen 'te hoge werkdruk' hebben misschien niet zozeer met stress te maken, maar met een gebrek aan taakafwisseling. De studie geeft hiervoor bij arbeiders een score van 1,40, tegen 2,03 bij kaderleden. Arbeiders hebben ook duidelijk minder inspraak in hun jobinhoud (1,15) dan kaderleden (1,63). Voorts zijn er lagere scores voor arbeiders op loopbaanmogelijkheden (0,76) dan voor kaderleden (1,23).
Dat vertaalt zich in een veel grotere toekomstonzekerheid bij de arbeiders (1,60) dan bij kaderleden (1,09) of ambtenaren (1,17). Met de verloning valt het wel mee. Met een score van 1,46 zien de arbeiders hun verloning beter zitten dan ambtenaren en bedienden (1,35 en 1,14) en zelfs bijna even goed als lagere kaderleden (1,47).
Ook inzake werkbeleving zijn er verschillen. Arbeiders scoren lager op vragen naar de positieve aspecten van hun werk. 'Plezier in het werk' haalt bij arbeiders een score van 2,21, tegen 2,42 bij ambtenaren en gewone bedienden en 2,55 bij hogere kaderleden. Ook de betrokkenheid bij het bedrijf is lager: 1,79 tegen 2,10 bij kaderleden.
Maar dat kleinere werkplezier wordt gecompenseerd door een lagere werkstress. Op de vraag of ze 'piekeren over hun werk 'geven de arbeiders slechts 0,76 punten (op 3), tegen een score van 1,34 bij kaderleden. En de slaapkwaliteit van arbeiders is minder getroffen door stress op het werk dan bij andere beroepsgroepen.
Het doet Hans De Witte en Guy Notelaers besluiten dat de arbeidersklasse 'nog niet is verdwenen'
Publicatie: Het Nieuwsblad
Publicatiedatum: 11/02/2008
Auteur: Johan Rasking